Over het veilig werken op daken en de zorgplicht voor de gebouweigenaar

 

Cock de Jong - Managing director - MARQ Safety Concepts B.V.

Bijna iedereen weet het wel: wanneer er werkzaamheden op daken worden uitgevoerd, dan geldt de Arbowet. Maar wie is nu eigenlijk waarvoor verantwoordelijk? En geldt er nog meer wetgeving op dit punt dan de Arbowet? En wat houdt ‘de zorgplicht’ eigenlijk in waar iedereen het tegenwoordig over heeft?

Tijd voor een toelichting op de verschillende wetten die van toepassing zijn en de zorgplicht die deze verschillende wetten omschrijven.

De Arbowet

In de wet- en regelgeving rondom arbeidsomstandigheden, welke bestaat uit de volgende delen, staan de rechten en plichten van werkgevers en werknemers omschreven:

  • Arbeidsomstandighedenwet

De Arbeidsomstandighedenwet regelt de rechten en plichten van zowel werkgevers als werknemers ten aanzien van veilig en gezond werken. De Arbeidsomstandighedenwet geldt overal waar in loondienst of in opdracht wordt gewerkt. Ook voor bijzondere (beroeps)groepen, zoals thuis- en telewerkers, uitzendkrachten, vrijwilligers en zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers), gelden arboregels.

  • Arbobesluit

Het Arbobesluit is een uitwerking van de Arbowet. Hierin staan nadere regels waaraan zowel werkgevers als werknemers zich moeten houden om arbeidsrisico's tegen te gaan. Er staan ook afwijkende en aanvullende regels voor een aantal specifieke sectoren en categorieën werknemers in.

  • Arboregeling

De Arboregeling is een verzameling van arboregels op specifieke terreinen als certificatie, eisen aan documenten en meldingen, enzovoorts.

  • Arbobeleidsregels

De Arbobeleidsregels zijn in feite geen wetgeving, maar uitwerkingen van de wettelijke bepalingen. Per 12 oktober 2010 is de Beleidsregel arbocatalogi 2010 van kracht. Nadat werkgevers en werknemers in een branche een positief door de Nederlandse Arbeidsinspectie getoetste arbocatalogus hebben opgesteld vervalt een deel de arbobeleidregels.

Als voorbeeld: voor de platte dakenbranche is de ‘Arbocatalogus Platte Daken’ in werking getreden en daarmee ook beleidsregel 3.16 'Voorkomen valgevaar' vervallen. De Nederlandse Arbeidsinspectie (voorheen ‘Inspectie SWZ’) houdt toezicht op deze wet- en regelgeving en hanteert de verschillende arbocatalogi als handhavingsdocument.

Volgens artikel 7:658 van het Burgerlijk wetboek heeft de werkgever een zorgplicht voor de veiligheid van de werkomgeving van de werknemer. Werkgevers zijn primair verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden in de onderneming. Als een werknemer een ongeval krijgt of schade oploopt, kan dat onder de aansprakelijkheid van de werkgever vallen.

En let wel: ook een gebouweigenaar kan werkgever zijn en is dan volgens de Arbowet verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn werknemers.

Het Bouwbesluit: veilige uitvoering onderhoud onderdeel aanvraag omgevingsvergunning

Sinds de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 geldt bij de aanvraag van een omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) de verplichting om aan te tonen hoe het te realiseren gebouw op een veilige manier kan worden onderhouden.

In afdeling 6.12 van het Bouwbesluit 2012 worden daartoe voorschriften gegeven. Met het invullen van de ‘Checklist veilig onderhoud op en aan gebouwen 2012’ wordt aannemelijk gemaakt of wordt voldaan aan deze voorschriften. Het gebruik van deze checklist volgt uit artikel 1.13 van de Regeling Bouwbesluit 2012. Ook is de checklist opgenomen in de Regeling omgevingsrecht (Mor, artikel 2.2) als indieningsvereiste voor een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen.

De bedoeling van deze aanpassing in het Bouwbesluit is om te zorgen dat werkgevers en werknemers de uitvoering van hun werkzaamheden zo veilig mogelijk kunnen inrichten. Het is belangrijk hier vooraf al goed over na te denken en noodzakelijke voorzieningen in het ontwerp op te nemen. Het achteraf doen van aanpassingen of het aanbrengen van voorzieningen vergt over het algemeen een veel hogere investering.

Het loont dus om direct bij de nieuwbouw of renovatie permanente valbeveiligingsvoorzieningen aan te laten brengen. Iedereen die later onderhoudswerkzaamheden aan het gebouw moet uitvoeren kan hier gebruik van maken met lagere kosten per onderhoudsactiviteit als resultaat.

De Woningwet: gebouweigenaar heeft een wettelijke zorgplicht

Volgens de Woningwet heeft de eigenaar van een gebouw een wettelijke zorgplicht en zal moeten zorgen voor de veiligheid van de gebruikers van een gebouw. Deze zorgplicht treedt in werking in situaties waarin het Bouwbesluit geen specifieke eisen stelt aan het veilig en gezond gebruik van gebouwen.

Artikel 1a, lid 1, van de Woningwet, beschrijft de zorgplicht als volgt:

‘De eigenaar van een bouwwerk, open erf of terrein of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het daaraan treffen van voorzieningen draagt er zorg voor dat als gevolg van de staat van dat bouwwerk, open erf of terrein geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt.’

Dus niet meer de overheid, maar de gebouweigenaar is sindsdien verantwoordelijk voor de veiligheid rondom het gebruik van een gebouw. Bovengenoemd artikel is tevens opgenomen in de lijst van economische delicten. Dit betekent dat bij ernstige nalatigheid de gebouw eigenaar strafvervolging riskeert.

Het Burgerlijk Wetboek: gebouweigenaar aansprakelijk bij verwezenlijking gevaren

Daar, waar de gebouweigenaar dus verantwoordelijk is voor de veiligheid van personen die onderhoudswerkzaamheden aan het gebouw uitvoeren, wordt deze onder verwijzing naar het Burgerlijk Wetboek steeds vaker aansprakelijk gesteld wanneer een gevaar zich heeft verwezenlijkt.

In artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek staat dan ook:

‘De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk …’

Voor een gebouweigenaar is het hiermee dus zeer belangrijk geworden aantoonbaar te kunnen maken dat hij heeft voldaan aan zijn zorgplicht. Dus, daar waar het Bouwbesluit permanente valbeveiligingsvoorzieningen op daken niet verplicht stelt, zal de gebouweigenaar er zorg voor moeten dragen dat er veilig gewerkt kan worden. Ook om die reden is het zeker zinvol om als gebouweigenaar permanente valbeveiligingsvoorzieningen aan te laten brengen.

En is periodieke keuring van valbeveiligingsvoorzieningen dan ook verplicht?

Binnen het kader van de Woningwet en het Burgerlijk Wetboek is het de verantwoordelijkheid van de gebouweigenaar om aanwezige valbeveiligingsvoorzieningen in een goede conditie te houden.

Daarnaast zijn fabrikanten verantwoordelijk voor de producten die door hen worden geproduceerd, samengesteld en verkocht. Vandaar dat zij in hun handleidingen ook verplichtingen opnemen voor het periodiek, veelal jaarlijks, inspecteren en onderhouden van hun producten.

Een gebouweigenaar moet kunnen aantonen dat een deskundig, vakbekwaam persoon de geïnstalleerde valbeveiligingsvoorzieningen jaarlijks inspecteert en onderhoudt volgens de voorschriften van de fabrikant.

Van een wettelijk verplichte keuring is overigens geen sprake. Wel geldt dit voor persoonlijke beschermingsmiddelen zoals harnasgordels en positioneringslijnen.

MARQ Safety Academy voor erkende installateurs

Voor de inspecteurs van onze erkende installateurs ontwikkelden wij binnen onze MARQ Safety Academy een speciale opleidingsmodule voor het inspecteren en onderhouden van de MARQ valbeveiligingsproducten. Zo weten wij dat inspectie en onderhoud deskundig plaatsvinden en onze producten tot in lengte van jaren veilig blijven functioneren.

Onze erkende installateurs

Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt deze website gebruik van Cookies. Door op "Akkoord" te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.