Over het veilig werken op platte daken en de zorgplicht voor de gebouweigenaar
Cock de Jong - Managing director - MARQ Safety Concepts B.V.
Bij werkzaamheden op hoogte, met name op platte daken, is de Arbowet van toepassing. Maar wie is nu eigenlijk waarvoor verantwoordelijk? Geldt er meer wetgeving dan de Arbowet? En wat betekent de veelgenoemde ‘zorgplicht’?
Tijd voor een toelichting op de verschillende wetten en regels die van toepassing zijn, en op de zorgplicht die daarin een belangrijke plaats inneemt.
De Arbowet
In de wet- en regelgeving rondom arbeidsomstandigheden bestaat uit de volgende onderdelen:
- Arbeidsomstandighedenwet
Regelt de rechten en plichten van zowel werkgevers als werknemers voor veilig en gezond werken. De wet geldt overal waar in loondienst of in opdracht wordt gewerkt, ook voor uitzendkrachten en zzp’ers.
- Arbobesluit
Uitwerking van de Arbowet met concrete regels om risico’s te beperken. Voor onze branche is vooral artikel 3.16 ‘Voorkomen valgevaar’ relevant.
- Arboregeling
Bevat aanvullende voorschriften over onder meer certificatie, eisen aan documenten en meldingen.
Arbobeleidsregels
Bevatten geen wetgeving, maar geven richting aan de toepassing van wettelijke bepalingen. Sinds 2019 geldt de Beleidsregel arbocatalogi 2019, waarin procedures rond het opstellen, toetsen en hanteren van arbocatalogi zijn vastgelegd. Voor de platte dakenbranche geldt de ‘Arbocatalogus Platte Daken’. De Nederlandse Arbeidsinspectie houdt toezicht op deze wet- en regelgeving en hanteert deze arbocatalogi als handhavingsdocument.
Ook een gebouweigenaar kan werkgever zijn en is dan volgens de Arbowet verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn werknemers. Volgens artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek heeft de werkgever bovendien een zorgplicht voor een veilige werkomgeving. Bij een ongeval kan hij aansprakelijk worden gesteld.
Maar ook als de gebouweigenaar geen werkgever is, rust er een indirecte verplichting op hem. Laat hij werkzaamheden op zijn dak uitvoeren, dan moet dit veilig kúnnen gebeuren, via gebouwgebonden of tijdelijke voorzieningen (artikel 3.16 Arbobesluit). Tijdelijke voorzieningen zijn vaak duurder en risicovoller, wat de opdrachtgever in zijn toezichthoudende rol extra aansprakelijkheid kan opleveren.
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl): veiligheid bij onderhoud
Sinds de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 (inmiddels vervangen door het Bbl, het Besluit bouwwerken leefomgeving) geldt bij de aanvraag van een omgevingsvergunning dat moet worden aangetoond hoe een gebouw veilig kan worden onderhouden.
In paragraaf 4.7.11 van het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn hiervoor voorschriften vastgelegd. Artikel 4.241 bepaalt dat een gebouw, indien nodig, voorzien moet zijn van gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen. Om bij de aanvraag van een omgevingsvergunning aannemelijk te maken dat aan deze voorschriften wordt voldaan, kan gebruik worden gemaakt van de ‘Checklist Veilig onderhoud op en aan gebouwen’.
De checklist is geen wettelijk indieningsvereiste, maar wordt in de praktijk door veel gemeenten gebruikt als toetsingsinstrument bij de beoordeling van aanvragen.
De Woningwet: zorgplicht gebouweigenaar
Artikel 1a, lid 1, Woningwet legt de zorgplicht bij de eigenaar: hij moet ervoor zorgen dat de staat van een bouwwerk geen gevaar oplevert voor gezondheid of veiligheid.
De primaire verantwoordelijkheid ligt dus bij de eigenaar. Bij ernstige nalatigheid kan overtreding van deze zorgplicht bovendien strafrechtelijk worden gehandhaafd via de Wet op de economische delicten.
Het Burgerlijk Wetboek: aansprakelijk bij verwezenlijking van gevaar
Volgens artikel 6:174 BW is de bezitter van een opstal aansprakelijk als een bouwwerk gevaar oplevert en dat gevaar zich verwezenlijkt.
Voor de gebouweigenaar is het daarom belangrijk aantoonbaar te maken dat hij aan zijn verplichtingen voldoet. Ook al stelt het Bbl permanente valbeveiliging niet verplicht, de eigenaar moet zorgen dat de werkzaamheden veilig kunnen worden uitgevoerd. Permanente veiligheidsvoorzieningen zijn dan vaak de meest verantwoorde oplossing.
Periodieke keuring van valbeveiligingsvoorzieningen
De gebouweigenaar is verantwoordelijk voor het onderhoud en de staat van de aanwezige veiligheidsvoorzieningen. Fabrikanten schrijven bovendien vaak een jaarlijkse inspectie en onderhoud voor. De gebouweigenaar moet kunnen aantonen dat dit door een deskundig en vakbekwaam persoon is uitgevoerd.
MARQ Safety Academy voor erkende installateurs
Voor de inspecteurs van onze erkende installateurs ontwikkelden wij binnen onze MARQ Safety Academy een speciale opleidingsmodule voor het inspecteren en onderhouden van de MARQ valbeveiligingsproducten. Zo weten wij dat inspectie en onderhoud deskundig plaatsvinden en onze producten tot in lengte van jaren veilig blijven functioneren.